Hoe herken je ze?
Koolvlieg (Delia radicum) is een plaaginsect dat in koolgewassen voor veel schade en productieverliezen kan zorgen. Ze is vrij moeilijk te beheersen omdat ze een deel van haar levenscyclus ondergronds en in de plant doorloopt. De koolvlieg legt haar eitjes in de bodem naast de plantvoet af. De larven dringen binnen in de wortels en graven gangen, met verrotting en kwaliteitsschade tot gevolg. Zware aantasting kan de plant doen afsterven, vooral in droge periodes en op lichte gronden. Bloemkool en broccoli blijken gevoeliger dan sluitkool en spruitkool, maar ook bij radijs, rapen, daikon en rammenas veroorzaken de larven schade aan de knollen.
Er zijn echter ook een aantal natuurlijke vijanden die zich voeden met de larven en poppen van koolvliegen. De sluipwesp Trybliographa rapae en de kortschildkevers Aleochara bilineata en A. bipustulata zijn de bekendste voorbeelden.
Het beter begrijpen van de biologie en de interacties tussen de plaag en haar natuurlijke vijanden is een eerste stap naar een duurzame beheersingsstrategie. Via een inventarisatie op verschillende koolpercelen brengen we in kaart welke natuurlijke vijanden er in onze regio’s voorkomen en in welke aantallen.
Praktijkbrochure koolteelt.
Inagro bundelde plagen en hun natuurlijke vijanden in de koolteelt in een handige praktijkbrochure.
Resultaten.
Tijdens het project inventariseerden we verschillende biologisch en gangbaar beheerde bloemkoolpercelen gedurende het hele groeiseizoen. Zo kregen we een beter beeld van de diversiteit, de aantallen en het seizoensgebonden voorkomen van zowel koolvlieg als haar natuurlijke vijanden op Vlaamse koolpercelen. Insecten die op de bodem leven werden met bodemvallen gevangen, gele vangschalen werden gebruikt om de aanwezige vliegende insecten in kaart te brengen. Alle gevonden exemplaren werden in het labo geïdentificeerd en geteld.
De larven en poppen van koolvlieg kunnen ook door verschillende natuurlijke vijanden geparasiteerd worden. Om na te gaan welk percentage geparasiteerd wordt, werden poppen op de proefpercelen verzameld en in het labo verder uitgekweekt.
De eerste resultaten van dit onderzoek zijn te lezen in Proeftuinnieuws.