Welk tuinierstype ben jij?

Algemeen komt uit de enquête heel duidelijk naar voren dat de sociale dimensie van de tuin de belangrijkste is voor de respondenten: de tuin als een ontmoetingsplek waar je graag vertoeft met vrienden en familie. Maar bijna even belangrijk als die sociale dimensie, is het aspect erkenning: de Vlaming wil een tuin waar andere mensen naar opkijken. En dat is doorgaans een strakke, netjes aangeharkte tuin.

Slordige aanblik

Maar natuurlijk is spreken over ‘de Vlaming’ een veel te veralgemenende benadering. De analyses van de marketingstudenten lieten hun lector Freek Van Baelen toe om vijf verschillende types tuiniers te onderscheiden. Zo is 15 procent van de respondenten een ‘trotse tuinier’. Die wil de tuin nog strakker en verzorgder houden dan de gemiddelde Vlaming en snakt nog meer naar erkenning.

De trotse tuinier vindt het leuk om zelf de handen uit de mouwen te steken. De sociale dimensie is afwezig, net als de ontspanningsdimensie. Deze personen komen in hun tuin om er te werken en ze zijn trots op het resultaat van dat werk. Dit type van tuineigenaar is er helemaal niet voor gewonnen om, in het kader van meer biodiversiteit, een bloemenrijk grasland aan te leggen, onder meer uit vrees dat die een slordige aanblik zal geven.

Toch is een bloemenweide niet per definitie slordig, geeft onderzoekster An De Schrijver mee: “Een biodiverse tuin kan verzorgd en strak ogen. Biodiversiteit gaat immers niet alleen over soorten, maar ook over biotopen. Voor een biodiverse tuin is structuur zelfs belangrijk. Zo creëer je microklimaten, een afwisseling van warme en koudere plekken, elk met specifieke beplanting.”

De ‘groene vingers’ (20 procent) staan wel open voor biodivers tuinieren. Groene vingers zijn mensen die een wilde, natuurlijke tuin mooi vinden. Daarom zijn ze de natuurlijke tegenpool van de trotse tuinier. De groene vingers gebruiken hun tuin ook echt om in te leven, zowel alleen als in het gezelschap van familie en vrienden. Ze hebben vaak grotere tuinen.

Barbecue

Bijna 1 op 3 Vlamingen (31 procent) situeert zich onder het tuiniersprofiel van de ‘barbecueër’. Die zweert bij een strakke, propere tuin en krijgt er ook graag erkenning voor. Maar het grote verschil met de trotse tuinier is dat de barbecueër een hekel heeft aan tuinieren – een aanzienlijk deel heeft een maairobot – en dat ze veel socialer zijn. Daar horen een groot terras met tuinmeubelen en liefst ook een zwembad bij.

Een vierde profiel is de groep van de ‘hobbyist’ (15 procent). Dit zijn de mensen die tuinieren om te tuinieren. Ze woelen net als de trotse tuinier graag met de handen in de aarde maar zijn socialer: de hobbyist is een trotse tuinier die ook met vrienden van de tuin geniet.

De ‘hangmathanger’ (19 procent) ten slotte, geldt zowat als de restfractie: wie niet in de andere profielen past, komt hier terecht. Het opvallendste gemeenschappelijke kenmerk is dat deze mensen veel tijd alleen doorbrengen in hun tuin en dat het hen weinig uitmaakt wat de buren over hun tuin vinden.

Onderzoek-onderwijs

Het onderzoek van de studenten marketing levert een relevante bijdrage aan het burgerwetenschapsproject FlowerPower De Tuin. Het is een mooi voorbeeld van hoe onderzoek en onderwijspraktijk elkaar kunnen versterken.

FlowerPower De Tuin doet een beroep op 500 burgers die experimenteren met hun gazon en metingen doen van bodem, vegetatie en insecten. Het onderzoek peilt daarnaast naar de motivatoren en barrières om te kiezen voor een traditioneel of een bloemrijk grasland, en naar de esthetische voorkeur en kennis over bloemrijk grasland. Het onderzoek startte in september 2021 en loopt over twee jaar.