Foto Waar is het?

Waar is het?

W

Waar is het?

Op een speelse manier verkennen kinderen en tieners prioritaire thema’s en plekken in hun buurt, en wisselen ze hierover hun eigen betekenissen en ervaringen uit en andere potenties en knelpunten over deze plekken.

Doel: 

  • Deelnemers ontdekken prioritaire thema’s & plaatsen in de wijk/stad
  • Deelnemers ontdekken & bespreken potenties & knelpunten van prioritaire plekken in hun wijk/stad
  • Deelnemers wisselen betekenissen & kenmerken uit over plekken en thema’s in hun wijk/stad

Toegepaste strategie(ën): 

  • stadsvernieuwing
  • stadseducatie

Vooral bruikbaar in deze fase(s): 

  • uitwisselen en ordenen
  • verbeelden en experimenteren

Toegepast binnen deze case(s):

  • casus Dampoort

Werkwijze

STAP 1 – Spelbord maken:
Kies 12 plaatsen waarrond je de deelnemers wil laten werken. Je bouwt hiervoor best verder op plaatsen die kinderen zelf aangeven als prioritair te behandelen. Dit kan bijvoorbeeld via de workshop ‘Van beleving naar thema’s en plaatsen’, maar je kan ook op andere manieren tot deze 12 plaatsen komen. Selecteer per plaats ook een aantal kwaliteiten en tekorten (ook hier: bij voorkeur op basis van wat kinderen hier zelf over vertellen).Maak per plaats een fiche van ongeveer 10 op 15cm met daarop een duidelijke overzichtsfoto van de plek (bvb. luchtfoto), de naam van de plek (evt. met alternatieve bijnaam die door kinderen wordt gebruikt), en enkele belangrijke kwaliteiten en knelpunten. (zie beeld- en werkmat. voor een voorbeeld uit Dampoort). Print elke fiche viermaal. Maak twee houten spelborden waarop je met kleine knutselscharniertjes (bvb. type sigarenkist) 12 houten plaatjes bevestigt van 10 op 15 cm, zoals een wie is het-spelbord. Kleef op elk plaatje een fiche van een plek. Zie beeld- en werkmat. voor een voorbeeld.

STAP 2 – Speluitleg:
Situeer goed de aanleiding en doelstelling voor de deelnemende kinderen. De deelnemers verdelen zich in 2 teams van telkens 3 à 4 kinderen. Elk team neemt een bord met daarop de plaatsen en de thema’s. Ieder team neemt één plaats uit het bijhorende zakje en plaatst die vooraan op het spelbord (niet zichtbaar voor het andere team). Om de beurt stelt elk team een vraag waarop het andere team enkel ‘Ja’ of ‘Nee’ mag antwoorden, en probeert op die manier zo snel mogelijk de plaats van het andere team te raden. In de eerste spelrondes mogen de deelnemers de plaatsen beschrijven zoals ze die kennen (bv: ik stel een vraag aan het andere team: ‘ is het een plaats waar het heel druk is?’ of ‘is het plaats waar je kan voetballen?’ ). Daarna mogen de deelnemers enkel vragen stellen over de thema’s die op het bordje staan. (bv: is het een plek waar thema X positief aanwezig is?; of is het een plek waar thema Y negatief aanwezig is?).

Tijdens het spel kan de begeleider eventueel doorvragen naar de beleving van de deelnemers over de aangehaalde thema’s en plekken.

Zie ‘beeld- en werkmateriaal’ voor een uitgebreider draaiboek voor begeleiders met richtvragen en tips om antwoorden te registreren.

 

Tips voor begeleiders

  • Deze werkvorm werkt het best wanneer de plaatsen en thema’s die in het spel verwerkt zitten, door kinderen zelf geselecteerd en besproken werden. Zie bijvoorbeeld fiche “Van belevingsmateriaal naar thema’s en plaatsen” om die plaatsen en thema’s met kinderen te selecteren.
  • Deze werkvorm is vooral geschikt als korte voorbereiding op activiteiten die inzetten op Verbeelden & Experimenteren omdat ze op een speelse manier overzicht geeft van plaatsen en thema’s die belangrijk zijn.

    Inschatting voorbereidingstijd

    Veel

    Vanaf deze leeftijd

    7 jaar

    Gemiddelde duur

    Kort (< 30 minuten)

    Bruikbaar op volgende locaties

    Klas, lokaal, pleintje

    Benodigde materialen

    • lijst met 12 plaatsen in de wijk die besproken moeten worden, en per plaats een aantal kwaliteiten of potenties, en knelpunten of tekorten
    • spelbord zoals “Wie is het” met daarop de 12 plaatsen met kwaliteiten en tekorten (zie voorbeeld bij beeld- en werkmat.)
    • 2 x 12 kaarten met daarop telkens een plaats met bijhorende kwaliteiten en tekorten
    • eventueel een dictafoontje om de gesprekken te registreren en achteraf te herbeluisteren

     

      Beeld- en werkmateriaal