Met een Vlaamse Welzijnsmonitor Hoger Onderwijs wil Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts op regelmatige basis informatie verzamelen over de psychische gezondheid en het welzijn van studenten en aan die bevindingen acties koppelen. Het initiatief toont aan dat studentenwelzijn ook na corona nog hoog op de agenda staat. Dat is bij HOGENT zeker niet anders. We spraken met Matti Joos, afdelingshoofd Zorg bij STUVO en Sofie Maertens, lector en initiatiefneemster van vzw Broeinest over hoe aan het welzijn van de HOGENT-studenten gewerkt wordt.
Als de coronapandemie dan toch iets positiefs heeft voortgebracht, is het de toegenomen aandacht voor mentaal welzijn, zeker in de context van hoger onderwijs. De onlinelessen en de sociale isolatie die daar dikwijls het gevolg van was, maakten het voor de studenten allerminst gemakkelijk en het hoger onderwijs probeerde daar met verschillende welzijnsinitiatieven een antwoord op te bieden.
Niet dat er voor corona geen aandacht bestond voor studentenwelzijn, nuanceert Matti Joos: “Al geruime tijd waren we bezig met diversifiëren van ons aanbod, zowel in aantal als in thematiek. Zo boden we onder meer workshops mindfulness, beter slapen, faalangst en uitstelgedrag aan. Maar de coronapandemie heeft dat zeker in een stroomversnelling gebracht.”
Student In Warme Stad Gent
Het extra budget voor studentenwelzijn dat minister van Welzijn Frank Vandenbroucke tijdens de pandemie ter beschikking stelde, is natuurlijk niet vreemd aan het uitgebreidere aanbod. En ook het initiatief Student In Warme Stad Gent gaf er een extra stimulans aan. Via dat initiatief zetten de universiteit en alle hogescholen die in Gent gevestigd zijn, samen met diverse welzijnsorganisaties en de steun van stad Gent gezamenlijk in op studentenwelzijn.
Zo werd de Klik-app gelanceerd, een online zoekertjessysteem dat studenten stimuleert om samen te sporten, samen te koken of gewoon om medestudenten op welke manier dan ook te leren kennen. Daarna zag ook de website contentingent.be het levenslicht, die onder meer relevante initiatieven rond mentaal welzijn en het zorgaanbod van de Gentse hogeronderwijsinstellingen centraliseert.
Los van die initiatieven ervaart Matti Joos die samenwerking ook om andere redenen als en meerwaarde: “Ze biedt het voordeel dat je, door de schaalgrootte, meer expertisedomeinen rond de tafel hebt en je kan ervaringen binnen je eigen instelling gemakkelijker aftoetsen bij anderen.”
Op Vlaams niveau werd het online platform Moodspace gecreëerd, een realisatie van het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs (SIHO) dit tot stand kwam in opdracht van Vlaams Minister van Onderwijs Ben Weyts en info, tips en zelfhulp biedt om emotionele problemen het hoofd te bieden en (veer)krachtig te studeren.
Aan initiatieven geen gebrek dus. Op zich is dat natuurlijk positief, maar de vraag rijst of het nog overzichtelijk blijft. Ook Matti Joos ziet daar een werkpunt: “Misschien is er wel meer structuur nodig: wat is precies bedoeld waarvoor? Want op de duur zien de studenten het ook niet meer. Mede daarom willen we hen voortaan meer betrekken bij de uitwerking van ons aanbod en ook noden detecteren op basis van de individuele gesprekken die we met hen voeren.” (zie ook kaderstuk: Gatekeeper)
Moeilijke familiale situaties
Die toegenomen aandacht en initiatieven rond studentenwelzijn waren echter verre van overbodig. De coronaperiode zette vele studenten mentaal onder druk. Wat bijvoorbeeld veel sterker aan de oppervlakte kwam, waren moeilijke familiale situaties, illustreert Matti: “Doordat studenten niet meer naar de campus konden, werden ze veel meer en nadrukkelijker geconfronteerd met een gespannen thuisomgeving. Voordien vormden de lessen en het campusleven een uitweg om die problematische context even achter zich te laten. Dat viel dus plots weg. Daarmee samenhangend kwam ook het eenzaamheidsgevoel veel meer naar boven.”
Corona heeft hoe dan ook de onzekerheid, identiteitsvragen en het gebrek aan weerbaarheid versterkt, schetst Matti Joos: “We hebben in 2021 ongeveer 700 keer doorverwezen naar externe psychologen. Dat is echt wel veel. Een preventieve aanpak is dan ook noodzakelijk.”
Peer-to-peer
STUVO biedt zowel individuele begeleiding als groepssessies. In het eerste geval gaat het vooral over curatieve begeleiding, het tweede aanbod is vooral preventief gericht. “Meer en meer werken we met peer-to-peersessies, studenten die via groepssessies rond een thema hun ervaringen delen en van elkaar leren”, schetst Matti.
Die peer-to-peeraanpak is eigen aan de werking van vzw Broeinest van Sofie Maertens, die deeltijds lector is aan de opleiding orthopedagogie en geregeld samenwerkt met STUVO. Broeinest organiseert workshops voor studenten en jongvolwassenen rond uiteenlopende thema’s, waaronder leren loslaten, zelfaanvaarding en zelfliefde, weten wat je wil, innerlijke onrust, worstelen met eten, slaap. Elke workshop verzamelt maximaal 8 jongvolwassenen die hun ervaringen omtrent het onderwerp in kwestie met elkaar delen. Vaak zijn de workshops eenmalig, maar soms zijn er ook korte trajecten van enkele workshops.
Ondanks de vele andere initiatieven die hogescholen en universiteiten op het getouw zetten, bleek ook Broeinest meteen aan te slaan. Zo organiseerde Broeinest in 2021 125 groepsessies, waar 405 studenten en jongvolwassenen aan deelnamen. In 2022 waren er begin juni al 51 workshops achter de rug, met in totaal 278 deelnemers.
"We willen de studenten meer betrekken bij de uitwerking van ons aanbod."
Gatekeeper
STUVO wil veel meer studenten, maar ook personeel betrekken bij zijn aanpak. “Dat willen we doen door onder meer via de individuele gesprekken die we voeren, noden te detecteren en die te vertalen in ons aanbod”, zegt Matti Joos.
“Maar het gaat verder dan dat: “Studenten, maar ook lectoren en andere personeelsleden die op de campussen vaak in contact staan met de studenten, zijn goed geplaatst om eerste signalen op te vangen, zelf een eerste ondersteuning te bieden en eventueel door te verwijzen. Maar dat is minder vanzelfsprekend dan het lijkt.
Om daarin inzichten en vaardigheden bij te brengen, start STUVO het komende semester een ‘gatekeeper-vormingstraject’.
Het initiatief gebeurt in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs Ben Weyts, die er ook budget voor vrijmaakt. Zo'n opleiding tot gatekeeper of poortwachter vormt een hefboom in de evolutie van een reactief naar meer preventief beleid.
Het betreft eenvoudige basistrainingen om signalen van emotionele problemen te herkennen, om in gesprek te gaan met de studenten en hen te motiveren om hulp te zoeken en/of door te verwijzen.
Onderzoek toont aan dat een dergelijke aanpak met poortwachters of gatekeepers efficiënt is voor een gerichte doorverwijzing van studenten met emotionele problemen en bij zelfmoordpreventie.
Vele jongvolwassenen die met iets gewrongen zitten, zoeken geen hulp vanuit de gedachte dat anderen het nog moeilijker hebben.
Sofie Maertens, lector HOGENT en initiatiefneemster Broeinest
Sofie stelt vast dat haar aanbod complementair is aan dat van de hogescholen: “Eerst en vooral: ik kan niet genoeg benadrukken welke inspanningen STUVO doet voor het welzijn van de studenten. Maar de aantrekkingskracht van Broeinest zit onder meer in het feit dat het los staat van de schoolcontext.Ik creëer rond mijn workshops een zeer huiselijke sfeer, wat hen een veilig gevoel geeft. Dat de studenten samen onderling over een thema kunnen praten, blijkt een belangrijk element: vele jongvolwassenen die met iets gewrongen zitten, zoeken geen hulp vanuit de gedachte dat anderen het nog moeilijker hebben. Een workshop met generatiegenoten werkt drempelverlagend en lucht op: na een sessie zijn velen aangenaam verrast dat ze niet de enigen zijn die worstelen met zichzelf en dat ze in een open sfeer hun ervaringen kunnen delen. Ik heb hier al veel vriendschappen zien ontstaan.”
Heeft de huidige generatie studenten het moeilijker?
Bij het uitgebreide ondersteuningsaanbod dat gericht is naar het welzijn van studenten, is de vraag legitiem of toegenomen aanbod voor het welzijn van studenten alleen te maken heeft met meer aandacht of hebben de huidige studenten het moeilijker dan vorige generaties? Sofie Maertens geeft er haar mening over.
“Het was wellicht beter geweest als er ook in het verleden meer geïnvesteerd was in welzijnsinitiatieven, maar de huidige generatie wordt toch met enkele specifieke zaken geconfronteerd”, stelt ze.
“Zo stel ik vast dat we jongeren voor hun 18de niet leren om keuzes te maken, terwijl de keuzemogelijkheden op zowat alle vlakken in grote mate uitgebreid zijn. Dat mag een voordeel lijken, maar is dikwijls een bron voor extra stress. Het is gemakkelijker om in de buurtwinkel te kiezen tussen drie parfums, dan in een gespecialiseerde parfumzaak tussen 100 opties de juiste keuze te maken. Zo is het met veel dingen: door de enorme waaier aan mogelijkheden blokkeer je en maak je uiteindelijk geen keuze.
En natuurlijk leggen ook de sociale media extra druk op: iedereen toont er zich sterk, je gaat jezelf voortdurend vergelijken met anderen en je bent te allen tijde beschikbaar: dat is een enorme last.”
Vlaamse welzijnsmonitor hoger onderwijs
Met de Vlaamse welzijnsmonitor Hoger Onderwijs wil De Vlaamse minister van Onderwijs Ben Weyts op regelmatige basis gegevens verzamelen rond psychische gezondheid en welzijn van studenten. De monitor is een online bevraging (in Nederlands en Engels) die deels gebaseerd is op het instrument dat gebruikt wordt binnen het World Mental Health International College Student Initiative. De eerste bevraging loopt het eerste semester van het academiejaar 2022-23 en start in oktober. Daarna wordt de bevraging jaarlijks herhaald. Deelname aan de bevraging is vrijwillig. Eventuele actiepunten die uit de bevindingen naar boven komen, worden door het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs opgevolgd.
Meer info
Publicatiedatum: 07/09/2022