Invrivi. Insecten vriend of vijand?

INVRIVI is een burgerwetenschapsproject waarin kinderen en jongeren kennismaken met de wondere insectenwereld. Met behulp van het educatief materiaal gaan ze aan de slag en worden zich bewust van het belang van onze zesvoeters.

Workshops

Tijdens onze workshops wordt het belang van insecten in ons ecosysteem wordt aangetoond.

INVRIVI@SCHOOL

Trek samen met je klas de schooltuin, het park of een stukje natuur in en kom te weten hoe goed jouw school scoort op vlak van (insecten)-diversiteit. Reserveer een STEM-koffer, ga met het materiaal aan de slag en ontdek de wondere wereld van de insecten.

lager onderwijs
secundair onderwijs

Natuureducatiecentra

Trek samen met je natuureducatiecentrum het park of een stukje natuur in en kom te weten hoe goed jouw omgeving scoort op vlak van (insecten)-diversiteit. Reserveer een STEM-koffer, ga met het materiaal aan de slag en ontdek de wondere wereld van de insecten.

-12 jaar
+12 jaar

Insectenspeurders in eigen tuin.

Download de INVRIVI-zoekkaart en turflijst. Zo kan je in je eigen tuin op insectenspeurtocht! Wie leeft er in jouw tuin? Ook de identificatiekaart kan je helpen om alles netjes te categoriseren en bij te houden.

Bezorg ons achteraf je resultaten. Dan kunnen we die verwerken tot een insectenkaart voor alle tuinen van Vlaanderen!

Bezorg ons je resultaten

Over het project.

Tijdens dit project willen de onderzoekers in kaart brengen welke boomsoorten en/of cultivars gevoelig zijn voor de plaag en welke niet. Iedereen met een boom in de tuin kan zich registreren om deel te nemen aan het project.

meer info

Over het project.

meer info

Wistjedatjes over nuttige insecten

Sommige loopkevers eten op één dag meer dan twintig procent van hun eigen lichaamsgewicht.
De larven van zweefvliegen zijn voornamelijk tijdens de schemering en ’s nachts actief.
De terrasjeskommazweefvlieg, snorzweefvlieg, bessenbandzweefvlieg zijn veel voorkomende zweefvliegen waarvan de larven zich met bladluizen voeden.
De sluipwesp legt haar eitje(s) in het adulte of nymfale stadium van de bladluis.
Oorwormen voeden zich het liefst met bladluizen, wol-, dop- en schildluizen, bladvlooien, insecteneieren en kleine rupsen.