Potentieel en risico's van kinderboerderijen.
Er bestaat in Vlaanderen nauwelijks expertise op het vlak van kinderboerderijen. Bonnie Valgaeren en Lieve Meulemans, onderzoekers en lectoren aan HOGENT, coördineren het onderzoeksproject Ruminaai, dat zich specifiek op dierenwelzijn in kinderboerderijen focust, en behoren daarmee tot de schaarse specialisten ter zake. De studiedag ‘Basisverzorging en EHBO op de kinderboerderij en thuis’, die plaatsvindt op 10 februari, is een eerste evenement waar de onderzoeksresultaten en -aanbevelingen aan bod komen.
Hoewel de meeste kinderboerderijen kleinschalig zijn, mag hun impact niet onderschat worden, vindt Bonnie Valgaeren: “Kinderboerderijen hebben een positief potentieel op het vlak van landbouweducatie, maar ook op orthopedagogisch vlak. Zo hebben kleine landbouwdieren vaak een positief effect op het welbevinden van kinderen met een beperking of met een moeilijke sociale achtergrond. Daarnaast leren kinderen die steeds meer in een stedelijke omgeving opgroeien, op zo’n kinderboerderij veel over landbouw. Soms is dat leereffect confronterend: op de kinderboerderij mogen de kinderen de biggetjes knuffelen, maar daarbij kan je hen er wel op wijzen dat de varkens die ze mogen aaien en voederen, ook voor de gehaktbal op hun bord zorgt.”
Kinderboerderijen vormen een moeilijk af te bakenen sector, in zoverre dat de term ‘sector’ eigenlijk zelfs niet van toepassing is. Er bestaat geen sluitende definitie van een kinderboerderij. Bonnie Valgaeren: “Je zou kunnen zeggen dat, zodra je op regelmatige basis externe (jonge) bezoekers toelaat bij je dieren, je kan spreken van een kinderboerderij. Er zijn wel enkele grote, professionele kinderboerderijen, maar meestal gaat het over beperkte initiatieven, zoals een nevenactiviteit van een landbouwbedrijf of een horecazaak, of louter een hobbyproject van een particuliere dierenliefhebber, die weinig of geen commerciële doelstellingen nastreven. Die brede waaier aan kleinschalige projecten maakt het moeilijk om het landschap van de kinderboerderijen duidelijk in kaart te brengen en ze als groep te benaderen. Temeer omdat er geen registratieplicht en geen specifieke reglementering voor bestaat, en dus ook geen wetgeving.”
Gebrekkige kennis
Er is volgens Bonnie Valgaeren behoefte aan een professioneler aanpak, hoewel de vijftien onderzochte kinderboerderijen een goed rapport krijgen: “Op bijna alle bedrijven is effectief veel geïnvesteerd in dierenwelzijn, hebben de dieren vrije uitloop en is zowel de stal als de weide proper, comfortabel en voldoende ruim. Ook verliepen de meer dan tien geobserveerde klasbezoeken rustig en zonder ernstige incidenten die het welzijn van de dieren schaden”, zegt Bonnie Valgaeren.
Toch zijn er ook pijnpunten, waaronder een gebrekkige kennis over gezondheidszorg van de dieren. Zo bleek minder dan de helft van de kinderboerderijverantwoordelijken te weten dat het zeer giftige buxus en vingerhoedskruid gevaarlijk zijn voor schapen en geiten, en dat het geven van geitenbrok aan schapen zelfs levensbedreigend kan zijn.
Een ander aspect dat uitbaters van kinderboerderijen dikwijls over het hoofd zien, is dat geiten het liefst in kleine groepen leven, terwijl schapen grote kuddes verkiezen. Hen samen op 1 grote weide loslaten, draagt wel bij tot de ongedwongenheid van een kinderboerderij, maar beter zou zijn om hen toch op aparte weiden te laten grazen. En hier is het soms balanceren tussen aandacht voor het welzijn van de dieren en een aangename boerderijervaring bij de bezoekers realiseren: te veel structuur en afbakeningen kunnen door de bezoekers als minder aangenaam worden ervaren, maar kunnen voor de dieren wel belangrijk zijn.
Gezondheidsrisico’s
Contact met dieren is evenmin zonder gezondheidsrisico’s, waarschuwt Bonnie Valgaeren. “Schapen en geiten zijn dankbare dieren voor een kinderboerderij omdat ze relatief gemakkelijk te onderhouden zijn, ze zijn niet gevaarlijk en kunnen tegen een stootje. Maar als herkauwers herbergen ze verschillende kiemen die ziekte kunnen veroorzaken bij de mens. En daar schuilt wél een gevaar in: kinderen kunnen tussen de dieren lopen en hen knuffelen en gaan dan, zonder handen te wassen, iets eten of drinken. Van de geiten naar de pannenkoek uit het vuistje: aandacht voor hygiëne is hier essentieel. Vooral kinderboerderijen in combinatie met horeca vormen hier een risico.”
Maar met kleine aanpassingen kan je al een wereld van verschil maken, benadrukt Bonnie Valgaeren. En het verschil maken is een van de doelstellingen van het onderzoeksproject dat ze coördineert op HOGENT: de leefomstandigheden van schapen en geiten op leef- en kinderboerderijen in kaart brengen en praktische richtlijnen opstellen om het welzijn van de dieren te bevorderen.
De naam van het project, Ruminaai, is een samentrekking van ‘ruminantia’, de wetenschappelijke naam van herkauwers, en ‘aai’, wat staat voor ‘Animal Assisted Interventions’. Dat verwijst naar het gebruik van dieren in therapie, onderwijs en activiteiten. Leef- en kinderboerderijen vallen daar dus ook onder.
Het onderzoek impliceert welzijnsevaluaties, observaties, focusgroepen en enquêtes. Het heeft zich het voorbije anderhalf jaar vooral toegespitst op dataverzameling. Daarbij zijn ook studenten dierenzorg betrokken. Vijf onder hen hebben ook aan een vorm van ‘mystery shopping’ gedaan en dus incognito en onaangekondigd kinderboerderijen bezocht. Eén student is als stagiair volwaardig lid van het onderzoeksteam.
De data worden nu verwerkt en zullen resulteren in workshops, vormingssessies en verbetervoorstellen. Het effect van die verbetervoorstellen zal worden gemonitord door op verschillende tijdstippen het stresshormoon van de schapen en geiten te meten. Dit kan via de haren en het speeksel van de dieren.
Studiedag
‘Basisverzorging en EHBO op de kinderboerderij en thuis’ is de eerste studiedag waar onderzoeksresultaten en -aanbevelingen aan bod komen. Die vindt plaats op 10 februari. Meer info en mogelijkheid om in te schrijven vindt u hier.
Bio Bonnie Valgaeren
Bonnie Valgaeren is doctor in de Diergeneeskunde en heeft een brede expertise in het bedrijfsmanagement en de gezondheidszorg van herkauwers. Ze deed onderzoek naar darmgezondheid bij witvleeskalveren, met name naar het ontstaan, de diagnose en de preventie van clostridiuminfecties en de impact van mycotoxines in deze sector. Aan HOGENT verdiept ze zich voornamelijk in het welzijn van herkauwers en de impact van AAI (Animal Assisted Interacties) op het dierenwelzijn.
Publicatiedatum: 14/01/2020