Foto Schoolweigering is geen koppigheid, maar een noodkreet

Schoolweigering is geen koppigheid, maar een noodkreet.

S

Schoolweigering is geen koppigheid, maar een noodkreet.

Schoolweigering is geen kwestie van onwil, maar van angst en onmacht. Onderzoeker Griet De Nys (Research Centre for Learning in Diversity) benadrukt hoe vroegtijdige signalen en samenwerking tussen ouders, leerkrachten en hulpverleners het verschil kunnen maken.

Afgelopen vrijdag, 25 september 2025, verscheen het dossier “Thuiszitters uit de schaduw – wat kinderen en jongeren, ouders en professionals ons leren” van het Kinderrechtencommissariaat. Een publicatie die ik als onderzoeker alleen maar kan toejuichen. Ze legt de vinger op een probleem dat vaak in de schaduw blijft: kinderen en jongeren die niet (meer) naar school gaan. We noemen hen soms “thuiszitters” en hier worden o.a. ook “schoolweigeraars” bedoeld. Maar achter die woorden schuilt veel meer dan koppigheid of gemakzucht. Het gaat vaak om een noodkreet.

Het schooljaar is in het leerplichtonderwijs intussen een maand bezig. Voor de meesten is de start al verteerd, maar voor sommigen voelt het alsof de komende maanden een onoverkomelijke berg vormen. Juist daarom is het cruciaal dat scholen signalen van beginnende afwezigheid ernstig nemen. De nauwkeurige registratie van afwezigheden is geen controlemiddel, maar een kans om zorgwekkende patronen tijdig op te merken. Vroege detectie kan het verschil maken tussen tijdelijk worstelen en langdurig uitvallen.

Tijdens een recente studiedag hoorde ik de getuigenis van een ouder die de moed verzamelde om zelf naar school te stappen. Het thuisfront liep vast: hun kind sleepte zich elke dag met moeite naar de klas. Het opmerkelijke? De school zag geen probleem. De leerling was immers bijna altijd aanwezig en in de klas leek er niets aan de hand. Precies dat is vaak de kern van schoolweigering: de strijd speelt zich grotendeels binnenshuis af, onzichtbaar voor de school en de sociale omgeving van het gezin.

Schoolweigering is een angst-gerelateerde vorm van schoolafwezigheden. Het gaat gepaard met heel wat onrust, spanning en soms paniekaanvallen. . De reflex is vaak om te vragen naar “het waarom”: wat maakt dat dit kind niet naar school kan? Vanuit ons verklarend denken is dat begrijpelijk, maar het antwoord blijft vaak uit. Jongeren die ik sprak, geven steevast aan dat ze wél willen leren, maar dat “iets” in of rond de school het onmogelijk maakt.

Veel scholen bewegen hemel en aarde om via flexibele trajecten en aanpassingen leerlingen toch (terug) aan boord te houden.

De zoektocht naar die oorzaak kan eindigen in een dood spoor. Maar dat betekent niet dat we machteloos zijn. Integendeel: de aanpak van schoolweigering vraagt samenwerking. Verbinding herstellen is daarbij essentieel. Niet wijzen of wantrouwen, maar een wij-verhaal brengen. Want trajecten kunnen lang zijn, met vallen en opstaan, en muren waar telkens opnieuw tegen gebotst wordt. Wat jongeren en gezinnen kracht geeft, is het geloof dat er samen wordt gezocht en het parcours samen wordt bewandeld.

Duidelijkheid en overzicht spelen hierin een sleutelrol. Ons onderwijslandschap is complex: van klasleraar tot titularis, van leerlingbegeleider tot graadcoördinator, van zorgcoördinator tot CLB-medewerker. Voor ouders en leerlingen is het vaak onduidelijk wie het aanspreekpunt is. Een vast gezicht dat het geheel bewaart, kan veel onrust wegnemen.

Mijn pleidooi is eenvoudig: laat frustratie plaatsmaken voor samenwerking. Schoolweigering raakt alle betrokkenen: leerlingen, ouders, leerkrachten en zorgprofessionals. De machteloosheid die iedereen kan voelen, verandert pas wanneer we de verschillende perspectieven naast elkaar te leggen. Dat betekent niet dat scholen niets (willen) zien. Integendeel: veel scholen denken mee, halen alles uit de kast en proberen via flexibele trajecten en aanpassingen leerlingen toch (terug) aan boord te houden. Die inzet verdient erkenning, net zoals het perspectief van ouders en leerlingen dat verdient. Elk verhaal, hoe klein ook, kan richting geven. Er bestaat geen kant-en-klaar stappenplan, maar er is wel een gezamenlijke zoektocht mogelijk, stap voor stap, met vallen en opstaan.

Schoolweigering is geen teken van onwil. Het is een signaal dat een kind dreigt vast te lopen in een omgeving die bedoeld is om te laten groeien. De uitdaging is om elk perspectief te willen zien, ernaar te luisteren en van daaruit begripvol te handelen. Alleen zo maken we van een noodkreet een uitnodiging tot verbinding en herstel.


Meer weten?

 

 

Over de auteur

Griet De Nys

Griet is onderzoeker bij het Research Centre for Learning in Diversity. Ze doet o.a. onderzoek naar schoolweigering en metacognitieve vaardigheden.

stuur een e-mail